Tanith Lee – Meester van de Dood

 5,00

Pocket

405 pagina’s

Uitverkocht

Beschrijving

Het tweede boek over de Heren van de Duisternis

In die dagen was de aarde geen bol en de demonen huisden in ijzeren paleizen in een reusachtige grot onder een vulkaan; de Onderaarde. Hie stroomde de Rivier van de Slaap, hier joegen de demonen spels op de zielen der slapenden, hier stond hun lijsterrijke metalen stad Druhim Vanasta. Terwijl in de verheven, ijle sferen van de Opperaarde, de kole goden onverschillig neerzagen op het werk hunner handen, aeonen her gewrocht en allang uit hun belangstelling verdwenen. Zo was het in die dagen op aarde…

Oppermachtig in de Onderaarde was Azhran Prins der Demonen, een van de Heren van de Duisternis, Heer van de Nacht. Hij was het die gruwelen en gevaar bracht aan diegenen die hij bezocht, hij die hartverscheurend leed berokkende maar ook wonderen verrichtte; bovenal was hij een hartstochtelijk minnaar van mensen en demonen. Eeen andere Heer van het Duister was Uhlume, de Zwarte Meester van de Dood. Zijn domein was de vreugdeloze Binnenaarde, waar een koud grijs licht heerste en zelfs de bomen van steen waren. Geen woonden h ier dan Uhlume zelf en zijn weinige dienaren, de zielen van mensen die zich voor duizend jaar verkocht hadden aan hem, in ruil voor een gunst die alleen hij kon verlenen. Een van hen was Narasen, de luipaardkoningin van het rijk Merh. Opdat haar verwoeste land wederom zou bloeien, schonk zij haar maagdelijkheid aan een dode jongen. Uit die verbintenis sproot een bizar kind dat, verstoten na de dood van zijn moeder, opgenomen werd door twee van de Eshva, Azhrarns demonische onderdanen. Zij gaven het kind zijn eerste naam: Simmu. En daarmee begint een reeks gedreven vertellingen vol heroïek en erotiek, en kroniek van het stormachtige leven van de noodlottige, iedereen betoverende jongen Simmu, wiens naam altijd vrbonden zal blijven aan zijn donkere tegenpool, Zhirek.

Extra informatie

Gewicht 0,4 kg
Afmetingen 19 × 12 × 3,4 cm