Beschrijving
Na de eeuwwisseling worden er geen kinderen meer geboren. De mensheid, die zich van nakomelingen beroofd ziet, doet zijn best om de wereld draaiend te houden, maar het uitblijven van nieuwe generatie heeft een fnuikende invloed op de werklust. En allengs wordt men te oud voor al het werk. De Aarde is een wereld van oude mensen.
Als men zich realiseert dat de algemene onvruchtbaarheid niet van tijdelijke aard is, begint er een jacht op de laatste kinderen… Zij zullen de menselijke soort moeten voortzetten. De hieruit voortvloeiende oorlogen verzwakken de geteisterde wereld nog verder.
Alle inspanningen ten spijt vervalt de beschaving. De middeleeuwen lijken terug te keren. De laatste generaties verlaten de chaos van de aftakelende steden en trekken naar het platteland, waar ze op hun eigen vindingrijkheid zijn aangewezen. Ieder jaar zijn het er minder…
Aldiss beschrijft deze wereld en de psychologische gevolgen aan de hand van de lotgevallen van twee van de laatste mensen die geboren zijn. Terwijl de mensheid langzaam uitsterft, trekken zij door Engeland. Om hen heen zien zij aanvankelijk anarchisme, plaatselijke despoten, ouden van dagen in roversbenden – tptdat de stijgende gemiddelde leeftijd daar een eind aan maakt. Ze zijn getuige van het verval van de werken van de mens en de terugkeer van de natuur. De Aarde herneemt zijn rechten. Onder de mensen groeit het bijgeloof. De geruchten over kabouters en andere vluchtig geziene, kleine wezens in de wouden worden steeds hardnekkiger. Maar wat betekenen de verhalen van seniele oude mensen?
De twee ‘jongste’ mensen worden ouder en ouder, maar het voorspelde eind van de kinderloosheid komt niet in zicht. Er worden geen kinderen meer geboren. Zullen de mysterieuze kleine bewoners van de bossen het aardrijk beërven?